Het Zorgproces beschrijft het verstrekkingenproces: van de keuze van een compressiehulpmiddel, van het indiceren tot en met het evalueren en is van toepassing op alle medische compressiehulpmiddelen voor extern gebruik.
Startpunt is het moment dat de inzet van een bepaald hulpmiddel wordt overwogen: het indiceren. Het hieraan voorafgaande (diagnostische) traject is niet specifiek voor hulpmiddelen en blijft buiten beschouwing.
Indiceren, typeren, selecteren, leveren en evalueren zijn de stappen van het Zorgproces.
Onderstaande tabel vermeldt per processtap het doel, de daarbij behorende classificaties en de bijbehorende informatie. Een nadere toelichting op de processtappen wordt verder in dit hoofdstuk gegeven. Classificatiesystemen die een rol spelen in het Zorgproces zijn – naast de ICF – de ‘International Classification of Primary Care’ (ICPC), de ‘International Classification of Diseases’ (ICD-10) en de Europese classificatie voor hulpmiddelen voor gehandicapten, EN 29999 (ISO 9999).
Processtap | Doel | Classificatie | Benodigde informatie |
Indiceren | Vaststellen van het hulpmiddel als oplossing | ICPC en ICD-10 | Behandeldoelen/hulpmiddelen Indicaties Absolute contra-indicaties Startmoment toepassing |
Typeren | Vaststellen van het Programma van Eisen (PvE) | ICPC, ICD-10 en ICF | Patiëntkenmerken Producteigenschappen |
Selecteren | Vaststellen van producten die voldoen aan het PvE | EN 29999 (ISO 9999) en mogelijk in de toekomst de nationale uitwerking ervan | Markoverzicht met producteigenschappen per product |
Leveren | Aflevering met benodigde instructie ten behoeve van effectief en doelmatig gebruik | Gebruiksaanwijzing Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen Onderhoudsinstructie | |
Evalueren | Controle effect hulpmiddel Evt. bijstelling hulpmiddel | Evaluatie effect in relatie tot het behandeldoel en het PvE |